seizoenen

Lente

Alles staat in bloei. Jan doet de voorjaarssnoei. Zo zorgt hij ervoor dat de boom haar natuurlijke vorm behoud en er geen energie verloren gaat in afwijkende takken.

Ook is het een gezellig gezoem. Om te zorgen dat alle bloesem bestuift wordt, komt de imker met een aantal bijenkasten. Zolang de bomen in bloei staan vliegen er bijen rond, zij gaan alle bomen en bloemen langs.

Wanneer de bomen knoppen hebben, is het erg belangrijk voor Jan om goed in de gaten te houden wat voor weer het is. Als het 's nachts gaat vriezen, moet Jan uit bed om te gaan beregenen. Dit is een donker en koud klusje, maar zo prachtig om te zien als het licht wordt! Alle sproeiers in de boomgaard gaan aan, om een klein laagje ijs om de nieuwe knoppen te vormen, waardoor ze niet bevriezen. Dit water wordt gepompt uit de sloot en gaat via de grond weer terug de sloot in. Jan blijft de hele nacht in de boomgaard om te controleren of alle sproeiers goed werken. Het ene jaar moet Jan wel 15 nachten uit bed, het andere jaar maar een enkele keer.

Sommige jaren worden er oude bomen gerooid om plaats te maken voor nieuwe bomen. Deze worden in het voorjaar gepland. Het tweede jaar dat ze in de boomgaard staan geven zij vrucht.

Zomer

Er hangen al appels aan de bomen, deze moeten alleen nog groeien. Om te zorgen dat de appels voldoende licht en voeding krijgen, worden de kleine appels er tussenuit gehaald. Dit heet dunnen.

Zoals bij iedereen thuis, wordt ook in de boomgaard elke paar weken het gras gemaaid. De windschermen om de boomgaard heen worden gesnoeid en de hekken gecontroleerd.

Daarnaast moeten bomen met de nieuwe vruchtjes beschermd worden tegen allerlei schimmels en insecten. Jan gaat met zijn loep de boomgaard door en kijkt welke beestjes er in de bomen aanwezig zijn en of er voldoende natuurlijke vijanden zijn. Om bijvoorbeeld te voorkomen dat er te veel spint en roestmijt in de bomen komen, worden er roofmijten in de bomen gezet. In het geval van schimmels wordt voornamelijk preventief gewerkt.

Aan het einde van de zomer is het feest! De Delcorf, een zomerras kan al geoogst worden! Vaak oogst Jan met de eigen familie in twee weken alle Delcorf appels.

Herfst

Naar dit moment heeft Jan het hele jaar toegewerkt. Het oogstseizoen is aangebroken! Dit is altijd een erg drukke tijd, maar ook een moment om te genieten en stil te staan bij hoeveel goeds de natuur ons geeft.

Twee maanden lang, vijf tot zes dagen in de week, plukken Jan en zijn plukkers met de hand alle appels en peren. Hierbij is het belangrijk om een goede planning te maken en van alle appels en peren goed in de gaten te houden wanneer welke rassen rijp zijn om te plukken. Van sommige appelbomen wordt wel drie keer geplukt!

Er wordt geplukt met zogenaamde treintjes, hierop staan 6 grote kisten, waar wel 340 kilo appels of 400 kilo peren in passen! Op drukke dagen wordt er zoveel geplukt, dat Jan alleen maar af en aan rijdt om de volle treintjes naar de schuur te brengen, waar hij de appels en peren in zijn eigen koelcellen zet. Als alle plukkers naar huis zijn, ruimt Jan alles op en maakt alles gereed voor de volgende plukdag. Het is altijd een gezellige tijd, vooral met koffietijd, waar bijna dagelijks (soms wel twee keer per dag ;) op appeltaart getrakteerd wordt.

Als de hele oogst binnen is gehaald, wordt elk jaar een groot oogstfeest gegeven voor iedereen die heeft geholpen met plukken.

Winter

De boomgaard gaat in ruststand en wordt door Jan klaargemaakt voor een volgend jaar. Alle boompjes gaat Jan één voor één langs om te snoeien.

Ook worden gedurende de winter de appels die niet in de schuur verkocht worden, aangeboden aan de groothandel.

Ook worden de tractoren, heftruck en andere machines, schoongemaakt en klaargemaakt voor het nieuwe seizoen.